Sinds het besmettelijke corona-virus zich sinds januari 2020 vanuit China als een pandemie over de wereld heen verspreidde, nemen overheden wereldwijd maatregelen om de verspreiding van het virus te stoppen. Toen op 27 februari 2020 de eerste coronabesmetting in Nederland werd vastgesteld was dit nog geen reden voor paniek, maar al gauw bleek dat het virus zich snel verspreidde. Scholen, horecagelegenheden en verenigingen werden gesloten, iedereen moest zoveel mogelijk thuis gaan werken, minimaal 1,5 meter afstand houden en evenementen zoals de Autosalon van Genève worden massaal afgelast.
De auto industrie is een van de vele bedrijfstakken die hard wordt geraakt door de wereldwijde maatregelen die worden genomen ter bestrijding van het virus. Bijna 1,1 miljoen banen staan op de tocht en de productie van auto’s ligt zo goed als stil. In totaal werken er bijna 14 miljoen mensen in de Europese automotive industrie, zowel in de fabrieken als in de toeleverende industrie. De gevolgen van deze crisis zijn dus enorm.
Op lokaal niveau nemen autobedrijven en garages extra hygiënemaatregelen om klanten en personeel te beschermen, zoals vaker handen wassen, het dragen van latex handschoenen en soms ook het gebruik van wegwerp stuur- en stoelhoezen.
Sommige bedrijven ontsmetten ook alles waar je met je handen aan zit, zoals deurgrepen, autosleutel, stuur, pookknop etc. Onderhoudswerkzaamheden gaan voor zover mogelijk, gewoon door, want corona of niet, je auto kan nog steeds onderhoud of reparatie nodig hebben. Daarom wordt er bij veel lokale garages voorlopig nog doorgewerkt.
De auto industrie is hard geraakt door het coronavirus
Dat is bij de autofabrikanten wel anders. In heel Europa sluiten autofabrieken hun deuren en de productie wordt tijdelijk stilgelegd. Volkswagen legde half maart de productie in Europa voor 3 weken stil omdat de verkopen met 25% terugliepen en de aanvoer van onderdelen vanwege het coronavirus onzeker is geworden. Volkswagen moest bovendien personeel naar huis sturen nadat bij een aantal medewerkers het Covid-19 virus was vastgesteld.
Ook andere autofabrikanten zoals Fiat, BMW, Toyota en PSA hebben de fabrieken voorlopig gesloten omdat de verkopen tegenvallen of omdat het niet meer verantwoord is om de fabriek open te houden. Op de tweedehands automarkt zijn de gevolgen minder groot. Er worden nog steeds gebruikte auto’s verkocht, hoewel er in maart bijna 14% minder occasions werden verkocht dan in maart 2019. Dat is echter altijd nog beter dan de 25% daling waarmee Volkswagen te maken heeft.
Autofabrieken dragen hun steentje bij aan de crisis
Ondanks dat auto-, onderdelen- en bandenfabrieken vaak noodgedwongen hun deuren tijdelijk moeten sluiten, zijn er ook fabrieken die zoeken naar oplossingen die een bijdrage kunnen leveren aan de crisis. Zo past Fiat Chrysler (FCA) het productieproces van een Aziatische fabriek aan zodat er in de fabriek 1 miljoen gezichtsmaskers per maand gemaakt kunnen worden. FCA voert ook samen met Ferrari gesprekken met de grootste ventilatorfabrikant van Italië om te helpen met de productie van beademingsapparaten voor Italiaanse ziekenhuizen. Een ander mooi voorbeeld is de productie van handschoenen, gezichtsmaskers, beschermende pakken en testkits door Geely, het moederbedrijf van Volvo. Met deze beschermingsmiddelen worden lokale ziekenhuizen bevoorraad. Volkswagen en Mercedes schenken honderdduizenden mondkapjes aan ziekenhuizen, dokterspraktijken en overheidsinstanties. Zo proberen autofabrikanten om hun bijdrage te leveren aan de bestrijding van het coronavirus.
Overheid neemt steunmaatregelen
Door de productiestop lopen autofabrikanten en toeleveranciers veel inkomsten mis en vreest het personeel voor hun baan. De overheid heeft daarom steunmaatregelen aangekondigd voor bedrijven die de komende tijd tenminste 20 procent omzetverlies lijden door de coronacrisis. Zij kunnen binnenkort een tegemoetkoming in de loonkosten aanvragen. De overheid wil maximaal 90 procent van de loonkosten van bedrijven overnemen, om zo veel mogelijk te voorkomen dat er banen en bedrijven verloren gaan. Ook op EU-niveau worden maatregelen genomen om bedrijven en overheden financieel te ondersteunen.
Men hoopt met deze maatregelen de auto-industrie te ondersteunen, zodat bedrijven hun deuren niet voorgoed hoeven sluiten. Dit zou namelijk een enorme impact kunnen hebben op de werkgelegenheid en er mede voor kunnen zorgen dat er een economische crisis ontstaat. Iedereen hoopt natuurlijk dat als deze coronacrisis voorbij is, bedrijven gewoon weer op kunnen starten.
Dat betekent dan niet dat er meteen weer auto’s van de band af zullen rollen. Om kosten te besparen hebben autofabrieken namelijk hun productieprocessen helemaal geoptimaliseerd. De just-in-time levering van onderdelen, waarbij auto onderdelen niet op voorraad gehouden worden maar precies op tijd bij de productielijn worden aangeleverd, blijkt nu een groot nadeel te zijn. Door het coronavirus is de levering van onderdelen bijna volledig stil gelegd en zonder onderdelen kun je geen auto’s bouwen. De levering van onderdelen zoals autobanden, remschijven en motoren moet eerst goed op gang komen, voordat er weer auto’s gebouwd kunnen worden.
Zorgt corona voor een blijvende impact op de auto industrie?
Hoe lang deze crisis nog gaat duren, weet niemand, maar het mag duidelijk zijn dat de auto industrie er grote gevolgen van ondervindt. Hoe langer de lockdowns duren, hoe groter de kans is dat bedrijven faillissementen moeten gaan aanvragen. Vooral bedrijven die het al moeilijk hadden toen de crisis begon, zullen moeite hebben om te blijven bestaan. De overheid en de EU springen financieel bij om bedrijven te ondersteunen zodat de werkgelegenheid op de lange termijn niet verloren gaat. Daarnaast doen autofabrikanten hun best om door het leveren van o.a. mondkapjes te helpen bij de bestrijding van het coronavirus.